We raden aan om je Zaptec Go te verbinden met Wi-Fi of 4G LTE om geavanceerde functies te ontgrendelen, zoals afstandsbediening, firmware-updates en betere controle over je laadinstellingen.
- Als Wi-Fi niet is ingesteld, schakelt de oplader automatisch over naar het beschikbare 4G LTE-M mobiele netwerk (als 4G LTE beschikbaar is in jouw omgeving).
- Hoewel de Zaptec Go zonder internetverbinding werkt, zorgt de verbinding met Wi-Fi ervoor dat je toegang krijgt tot alle functies.
Zaptec Go heeft geen bedrade communicatiemogelijkheid.
Het verbinden van de Zaptec Go met Wi-Fi
- Vanuit het startscherm, tik rechtsboven op het tandwieltje.
- Selecteer Producten configureren en gebruik de PIN-code om via Bluetooth verbinding te maken met de lader.
- Scroll omlaag naar Netwerkinstellingen.
- Tik op Overschakelen naar Wi-Fi of Verbinden met Wi-Fi.
- Zoek het gewenste netwerk en voer het wachtwoord in.
- Druk op Opslaan.
Note:
Al onze opladers ondersteunen Wi-Fi als communicatiemethode, maar het moet een 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk zijn (type b, g of n). De meeste routers ondersteunen tegenwoordig zowel 2,4 als 5 GHz.
Aanbevelingen voor Wi-Fi
Volg deze tips voor een betrouwbare verbinding:
- Gebruik 2.4 GHz Wi-Fi (b, g of n); controleer of je router dit ondersteunt.
- Stel je Wi-Fi in op een statisch kanaal (1, 6 of 11) om interferentie te voorkomen.
- Houd de Wi-Fi signaalsterkte op minimaal -75 dBm voor een betere prestatie. Muren en grote objecten (zoals auto's) kunnen het signaal verzwakken, dus probeer je router op een plek te plaatsen waar deze de oplaadstation goed kan dekken zonder storingen.
|
Signaalsterkte (dBm) |
Prestaties |
|
-30 dBm |
Uitstekend |
|
-50 dBm |
Geweldig |
|
-60 dBm |
Heel goed |
|
-67 dBm |
Goed (drempel voor streaming) |
|
-70 dBm |
Zwak (grens voor surfen, e-mail) |
|
-75 dBm |
Zwak (grenswaarde voor Zaptec) |
|
-80 dBm |
Zeer zwak |
|
-90 dBm |
Extreem slecht |
Note:
Al onze producten maken gebruik van Wi-Fi-antennes die voldoen aan EMC-richtlijnen. Een mobiele telefoon kan betere Wi-Fi-dekking hebben dan de oplader door verschillende standaarden. Een zwak signaal op je telefoon betekent waarschijnlijk ook slechte connectiviteit voor de oplader.
Voor meerdere toegangspunten (AP's):
Bij het gebruik van meerdere AP's in uw netwerk, overweeg het volgende:
- Unieke kanalen: Wijs elk AP een ander kanaal toe om interferentie te verminderen.
- Verschillende SSID's: Gebruik unieke netwerknamen voor elk AP zodat opladers met de juiste verbinden.
- Vermogensniveaus: Pas het vermogen op elke router aan om signaaloverlap te voorkomen.
Gebruik van de ingebouwde 4G LTE-M
Zaptec Go heeft een ingebouwde 4G LTE-M eSIM die automatisch verbindt bij inschakeling. Deze technologie is geschikt voor low-power IoT-apparaten en biedt betrouwbare connectiviteit, zelfs in gebieden met beperkte 4G-dekking. Hier is hoe je verbinding maakt met 4G LTE-M:
- Vanuit het startscherm, tik rechtsboven op het tandwieltje.
- Selecteer Producten configureren en gebruik de PIN-code om via Bluetooth verbinding te maken met de lader.
- Scroll omlaag naar Netwerkinstellingen, tik op Verbinden met 4G.
- Druk op Opslaan.
Dingen om in gedachten te houden bij 4G LTE-M
- Dekking: Controleer of jouw gebied 4G LTE-M-dekking heeft via dekkingkaarten of door een andere Zaptec Go-oplaadstation te testen.
- Plaatsing: Vermijd het plaatsen van oplaadstations op plekken waar objecten de dekking kunnen beïnvloeden. Test de dekking in verschillende situaties, zoals met de garagedeur open/gesloten.
- Beperkte 4G LTE-ondersteuning: De laadstation ondersteunt 4G LTE-M (CAT-M1) en controleert de ondersteuning voor 4G NB-IoT. 2G/3G-netwerken worden niet ondersteund.
Netwerkinstellingen wijzigen zonder eigenaarstoegang
Je moet de installatie-eigenaar zijn om toegang te krijgen tot de oplader via het Dashboard. Je kunt echter de netwerkinstellingen nog steeds wijzigen zonder toestemming van de eigenaar door de volgende stappen te volgen:
- Tik op het drie-punten-icoon bovenaan en selecteer Configureer producten.
- Gebruik de PIN-code om via Bluetooth verbinding te maken en de netwerkinstellingen aan te passen.
Bijgewerkt