Deze handleiding loodst je door de installatie, configuratie en activatie van Zaptec Go*. Dit is een aanvulling van de installatiehandleiding aan, dat je hier kan downloaden.
*dit geldt voor de Zaptec App met versie 5.19.1 en hoger.
Samenvatting:
- Fysieke installatie: Hang de Zaptec Go op.
- Configuratie: Configureer het laadstation met de Zaptec app.
- Activatie: Activeer het laadstation met de de Zaptec app - dit is optioneel.
Let op: De installatie moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde installateur en de Zaptec Go moet worden aangesloten op een Type A aardlekautomaat.
Fysieke installatie
De Zaptec Go heeft ingebouwde bescherming tegen gelijkstroom aardfouten (DC-beveiliging 6mA), maar er is een vereiste dat zowel de lader als de zekering beveiligd zijn tegen wisselstroom aardfouten. Daarom moet je een Type A aardlekbeveiliging vóór de lader hebben gemonteerd.
- Monteer het laadstation. Verwijder de voorklep en zorg ervoor dat het recht en op de juiste hoogte is gemonteerd. Minimaal 0,9 meter van de grond.
- Sluit de voedingskabel (max 6mm2) aan op de lader. Trek voorzichtig de afdekkap naar beneden om deze te verwijderen. De kap is veel gemakkelijker te verwijderen als je voorzichtig op het vergrendelingstabje drukt terwijl je hem naar beneden trekt.
-
Sluit alle draden aan en druk stevig op alle klemmen. Wanneer de draden veilig zijn bevestigd, plaats je de afdekkap terug en schakel je de zekering in. Als je de lader op een 3-fase TN-net installeert, controleer dan of de auto 3-fase opladen ondersteunt of niet.
Meer informatie hier. - Schakel de zekering in. De statusindicator wordt oranje, dit betekent dat hij klaar is om te worden geconfigureerd in de app.
Installatie in de Zaptec app - het configureren van de Zaptec Go
- Download de Zaptec app: beschikbaar in de App Store of Google Play Store.
- Inloggen: Gebruik je Zaptec installateursaccount. Door in te loggen kun je de lader aan de klant overdragen, de Zaptec Sense toevoegen en de lader registreren in het Zaptec-portaal. Zonder in te loggen is alleen de standaard configuratie mogelijk.
Configuratistappen
- Kies het (⋯) symbool: deze staat rechtsboven in het Dashboard, tik vervolgens op 'Installeer een product'.
-
Selecteer Zaptec Go en scan de QR-code: zorg ervoor dat het laadstation stroom krijgt en Bluetooth is ingeschakeld op je telefoon.
Tip: De QR-code bevindt zich op de doos, op de eerste pagina van de gebruikershandleiding en binnenin het laadstation. Gebruik de zaklampknop om de QR-code te verlichten. Als het scannen mislukt, tik dan op het ronde ⋯-symbool aan de rechterkant, kies 'Selecteer apparaat uit lijst' en selecteer het serienummer van de lader.
- Installeer Zaptec Go: kies 'Installeer Zaptec Go' en voer de pincode in als daarom wordt gevraagd (deze vind je in de doos of op de gebruikershandleiding).
-
Configureer de installatie: selecteer het land en kies het elektriciteitsnet (TN- of IT-net, 1-fase of 3-fase). Het laadstation zal automatisch proberen het juiste nettype voor je te detecteren, wat wordt weergegeven als "Aanbevolen".
-
Voor de verdere specificaties in van de installatie en het laadstation: specificeer het aantal fasen (1 of 3) en de faserotatie. Bevestig ook de waarde van de zekering en de maximaal toegestane laadstroom voor het laadstation.
-
Verifieer de configuratie: controleer of de configuratie compleet is en het laadstation operationeel is (de LED op het laadstation moet wit worden).
Test het vervolgens en (optioneel) kies op 'Activeer lader' om door te gaan met de klantoverdracht en Zaptec-registratie. Om een perfecte ervaring te garanderen, raden we aan om de registratie en klantoverdracht gelijk te voltooien. Je hebt de PIN van de lader en het e-mailadres van de eigenaar nodig. Of, als je later wilt activeren, tik dan op 'Activeer later' vanuit het (⋯) Dashboardmenu wanneer je er klaar voor bent.
Het activeren van de Zaptec Go
Voorwaarden voor activatie: de pincode van het laadstation en het e-mailadres van de eigenaar
- Start activatie: start de activatie vanaf het overzichtsscherm door te kiezen voor 'Activeer lader' of vanuit het (⋯) Dashboardmenu.
- Voer de pincode in: je vind de pincode van het laadstation op de gebruikershandleiding of installatiehandleiding.
-
Maak een nieuwe installatie aan: voeg de klantgegevens toen (de klantnaam of de straatnaam die wordt gebruikt om de installatie te identificeren in het Zaptec-portaal). Of als het laadstation in een installatie geplaatst moet worden met een bestaande Zaptec Go, tik dan op 'Koppelen aan een bestaande installatie' en kies de bestaande installatie.
Let op: soms is het nodig dat de eigenaar jou toegang moet geven als de installatie al bestaat. Je doet dit door toegang te vragen tot de installatie via de Lookup Key. - Voer het e-mailadres van de eigenaar in: om de eigenaar toegang te geven tot het nieuwe laadstation voer je het e-mailadres in (zorg ervoor dat de informatie correct is, aangezien deze later niet kan worden gewijzigd). De eigenaar krijgt een mailtje als ze geen Zaptec-account hebben, of een notificatie in de Zaptec App als ze er al een hebben.
-
Bevestig de servicepartner toegang: standaard wordt je eigen gebruikersgroep hier ingevuld. Als je installeert namens een andere servicepartner nodig hen dan uit. Tik op 'Partner' en voer hun Lookup Key in.
- Geef het laadstation een naam: Geef de lader een naam of gebruik het serienummer.
-
Klaar! De lader is nu geregistreerd en geconfigureerd, en zichtbaar in het Zaptec-portaal.
Meerdere laders installeren
Je kan maximaal 3 Zaptec Go laders per installatie plaatsen.
- Vereisten: Elke Zaptec Go vereist één stroomonderbreker en Type A aardlekschakelaar aan de voorkant gemonteerd, waarbij ervoor wordt gezorgd dat alle stroomonderbrekers voor de laadcircuits dezelfde rating hebben.
- Communicatie: Laders communiceren via de cloud voor naadloze werking.
-
Configuratie:
- Volg dezelfde configuratiestappen als die voor een enkele lader. Om belastingdeling mogelijk te maken bij het activeren van extra laders, tikt u tijdens stap 3 van de activering op Koppelen aan een bestaande installatie en selecteert u de installatie die door de initiële lader wordt gebruikt.
- Bij het roteren van fasen in een 3-faseninstallatie, specificeert u de binnenkomende fase (L1, L2 of L3) die is aangesloten op de fase 1-aansluiting op de lader via de Zaptec-app tijdens de configuratie. Voor meer informatie over multi-installatie, klik hier.
Klik hier voor meer informatie